Tekst: Angelique van Os | Fotografie: Henk Bothof
In het West-Afrikaanse land Angola leven nog diverse nomadenstammen die traditionele Ficos, oftewel ceremonies vieren. Elke stam doet dit op eigen wijze. Ficos symboliseren overgangsriten. In sommige gevallen, zoals bij de Muila gemeenschap, zijn er drie Fico-stadia, beginnend vanaf de prille leeftijd van acht jaar.
De Muila meisjes zijn huwbaar rond hun zestiende jaar. Hierbij volgt het belangrijkste en tweede Fico-ritueel. Het haar verandert van rode uncula naar een complexere vorm. De gemeenschap viert dit enkele dagen met dansen, drummen, drinken en eten, gefinancierd door de families van de geïnitieerde meisjes. In de meeste gevallen zijn het leef-tijdsgenoten van groepen meisjes uit de naburige dorpen die een fico bijwonen.
Door de haardracht te veranderen en te kleuren, is duidelijk in welk stadium de meisjes en vrouwen verkeren en welke verandering ze doormaken. De nog niet ingewijde meisjes (dus vanaf hun achtste levensjaar) worden Ficar genoemd. Zij zijn te herkennen aan het dragen van rode uncula (een mengsel van roodachtige klei en boter) die het haar bedekt.
Tot slot volgt de derde fase wanneer ingewijde vrouwen hun eerste kind krijgen. De uncula-haardracht verandert in een geelachtige kleur en symboliseert de volledige status van de volwassen vrouw. Het kapsel wordt aangevuld met koehoorns, het totemdier van de Muila.